woensdag 18 mei 2011

Die sonette an Orpheus
RILKE (1922)

Zwischen den Sternen, wie weit; und doch, um wieviels noch weiter,
was man am Hiesigen lernt.
Einer, zum Beispiel, ein Kind... und ein Nächster, ein Zweiter --
o wie unfasslich entfernt.

Schicksal, es misst uns vielleicht mit des Seienden Spanne,
dass es uns fremd erscheint;
denk, wieviel Spannen allein vom Mädchen zum Manne,
wenn es ihn meidet und meint.

Alles ist weit--, und nirgends schliesst sich der Kreis.
Sieh in der Schüssel, auf heiter bereitetem Tische,
seltsam der Fische Gesicht.

Fische sind stumm..., meinte man einmal. Wer weiss?
Aber ist nicht am Ende ein Ort, wo man das, was der Fische
Sprache wäre, ohne sie spricht?



Rainer Maria Rilke (1875-1926)
Rainer Maria Rilke is een bekend Duitstalig dichter. Hij is een van de belangrijkste lyrische dichters van zijn tijd. Zijn werk dat hier wordt weergegeven, behoord tot het expressionisme. Hij tracht hier zijn gevoelens, zijn gedachten te verwoorden. Hij spreekt over een afstand tussen de mensen die amper in woorden uit te drukken valt. “Between the stars, how far; and yet by how much farther still,” Maar in sommige gevallen is het net deze afstand die ons bindt; een meisje dat net de aandacht van een man wil trekken door afstand de houden. Op het einde van het werk spreekt hij over een vis. De vis wordt hier gebruikt omdat het een ‘stom’ dier is, een vis kan niet spreken. Maar zou er niet een manier zijn waarop er gesproken kan worden in een woordloze taal? De spraakloze vis beeldt hier dus hetzelfde uit als deze ‘bindende afstand’. Het voorbeeld van de vis wordt gebruikt ter illustratie van het eerste: ondanks de stilte wordt er gesproken, ondanks de afstand is er een nabijheid.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten